Title Image

Arbofunctionaris in coronatijd: Nooit gedaan, maar weten dat je het samen kunt

Wat zijn de ervaringen van arbofunctionarissen met de coronacrisis? Wat komt er op hen af en hoe verandert hun werk? Verhalen uit de frontlinie. Dit keer Judith van Amersfoort, gecertificeerd Arbeid & Organisatiedeskundige. Toen corona ook in Nederland op de deur bonkte, besloot zij haar oude vak als verpleegkundige op te pakken en aan de slag te gaan in een coronacentrum.

Om 4 uur ’s nachts zit ik op de rand van het bed naast een man die in zijn leven actief is geweest als melkboer. We praten samen over de boerderij, het vroege opstaan, de koeien en zijn aankomende ontslag, naar huis zonder zijn vrouw die hij pas heeft verloren. Een paar uur later hoor ik dat deze man niet meer leeft: een terugval door corona met fataal gevolg.

Als je mij een paar maanden hiervoor had gezegd dat ik weer actief zou worden als verpleegkundige, had ik je waarschijnlijk uitgelachen. Het ging immers prima: als zelfstandig arbeids- en organisatiedeskundige heb ik een goed netwerk opgebouwd en het werk dient zich gevarieerd en ruim aan.

Daar was corona, en mij overviel het gevoel te moeten helpen

En toen was daar corona. We kennen de beelden van de vermoeide artsen en verpleegkundigen op overvolle IC’s uit met name China en Italië. Een schrikbeeld dat ons nu ook te wachten staat? Direct overviel mij het gevoel te moeten helpen. Als verpleegkundige wel te verstaan, mijn morele verplichting in deze crisis.

En zo ben ik in maart weer actief geworden als verpleegkundige, ditmaal in een coronacentrum. Natuurlijk was er ook onzekerheid: ‘Zou ik het nog wel kunnen?, Waar begin ik aan?’ en ‘Wat staat mij en ons te wachten?’ En kan ik mijn blik als A&O-deskundige loslaten?

Werk en arbeidsomstandigheden mentaal en fysiek pittig

Daar stond ik dan, twintig jaar na mijn laatste klinische ervaring. In een team waarin iedereen zich vrijwillig heeft gemeld om actief te zijn in een coronacentrum. Een team dat elkaar niet kent.

Ja, het werken op een corona-afdeling is pittig en de fysieke omstandigheden zijn zwaar. Je draagt een jas die je moet beschermen tegen het virus, maar die weinig ademt. Je draagt een masker dat het ademen zwaar maakt. En dan die bril die steeds maar weer beslaat.

Ook de mentale omstandigheden zijn pittig in een omgeving met zieke en onzekere patiënten. Gaan zij het redden? En de arbeidsomstandigheden tot slot zijn al net zo pittig: het steeds weer omkleden, materialen goed bewaren, de voor medewerkers geplaatste dixie’s omdat het personeelstoilet buiten het centrum valt. Mijn blik als A&O-deskundige kan ik – natuurlijk – niet loslaten.

Mijn ervaringen die hebben geleid tot praktijkinzichten

Mijn ervaringen hebben wel geleid tot een behoorlijk aantal praktijkinzichten. Ik loop ze even met u door.

De kracht van samen

De kracht van samen en het belang van vertrouwen in elkaar, elkaar aanspreken op gedrag voor je eigen veiligheid en die van anderen. In theorie is dat uiteraard niet nieuw. Maar in coronatijd, waarin de omstandigheden anders zijn dan normaal, moet je daar snel in groeien. Want veilig van de schone ruimte de sluis door naar de besmette afdeling en weer terug, vraagt echt wel wat. Even een kopje thee halen voor een patiënt wordt dan een hele onderneming.

Werken in onregelmatige diensten

Werken in onregelmatige diensten, een gegeven in onder andere de zorg. Tjonge, wat vraagt dat een aanpassingsvermogen. Heftig. Wanneer eet je en wat dan? Waar doe ik nu verstandig aan met betrekking tot slapen in de nachtdienst? Überhaupt werk en rusttijden: je wilt zo min mogelijk medewerkers hebben die worden blootgesteld. Even een half uurtje invallen op de afdeling betekent dat je niet zomaar terug kunt naar je eigen afdeling, in verband met risico op kruisbesmetting.

Pauzes zijn een tijdje iets geweest uit een verleden: leuk in theorie, werkt niet in de praktijk. Aandacht voor elkaar, even uit besmet gebied en uit bepakking om wat te kunnen drinken, compenseert dat prima.

Gebruik van PBM/mondmaskers

Er is veel te doen over de veiligheid van persoonlijke beschermingsmiddelen en met name mondmaskers. Die onrust heb ik ook binnen het team waargenomen: zijn wij veilig met de beschikbare maskers? Zeker toen de voorraad FFP1-maskers opraakte en we overgingen op de chirurgische maskers. Vertrouwen is ook hier een sleutel.

Handhygiëne

Heel Nederland blijkt ineens verstand te hebben van handhygiëne. De handalcohol is niet aan te slepen,  hoor ik overal. Om mij heen zie ik het veel gebruikt worden. Daarbij vraag ik mij af of iedereen weet dat gebruik alleen zin heeft als je je handen vooraf grondig hebt gewassen? Voorlichting kan ook in bedrijven nog iets concreter.

Werken in hittebelasting

Werken in hittebelasting met jas, handschoenen, masker en bril. Het effect van hitte werkt enorm vermoeiend. Je met enige regelmaat kunnen omkleden is een noodzaak. Een tijd hiervoor stellen is echter onmogelijk, omdat je niet kunt voorspellen hoe het met je patiënten gaat.

Verschil tussen risico en gevaar

Het verschil in risico en gevaar maken onderdeel uit van mijn reguliere werk. Natuurlijk is er nu een risico op besmetting, maar lopen we onnodig gevaar op zo’n afdeling? En daarbuiten? Waar je moet vertrouwen dat je nieuwe collega zich ook houdt aan de richtlijnen? Er werd zo veilig mogelijk gewerkt, is mijn overtuiging, en daar help je elkaar bij. Ik denk aan mijn zoon met zijn bijbaan in de supermarkt, waar risico’s iets later zijn onderkend. Toch ervoer hij geen direct gevaar.

Psychosociale arbeidsbelasting

De reguliere thema’s heb ik ervaren als iets van ver weg; pesten, discriminatie, werkdruk, daar is simpelweg geen tijd en noodzaak voor. En daar moet ik nog wat langer over nadenken en over praten.

Collega’s heb je keihard nodig en juist die steun uit het team is zo belangrijk. Dus als je het moeilijk hebt, uit je dat naar een collega die je net kent en vind je gehoor en steun. De confrontatie met ernstig zieke mensen die regelmatig ook nog dierbaren zijn verloren, is heftig. En ja, er zijn mensen overleden. In soms heftige omstandigheden waarin je zo weinig kunt doen. Alle zorgprofessionals waren zich ervan bewust dat de patiënten zo kwetsbaar en alleen zijn en alleen contact hebben met ons. Dat hebben we heel goed met elkaar kunnen delen.

Daarbij is de steun van de leiding zo ongelofelijk belangrijk. In het coronacentrum hadden we het grote geluk dat er net een topper van een interim-manager was gestart. Wat een steun, van een goed getimed telefoontje na een heftige dienst tot praktische hulp toen er geen maaltijden waren geleverd. Tijden waarin kwaliteiten onder hoge druk snel zichtbaar worden.

Competenties

Duurzame inzetbaarheid, vaardigheden en competenties die je hebt aangeleerd kun je blijven aanspreken. Dat zag ik bij iedereen die na jaren weer terug is in de zorg; je verleert het niet. Ontwikkelen en opleiding lonen dus, ook op termijn.

Nooit gedaan, maar weten dat je het samen kunt

Zesenhalve week later neemt het aanbod van patiënten af en kan het centrum sluiten. Zo komt er een voorlopig einde aan een bijzondere tijd en een bijzonder team. Onder druk presteren veel teams prima en dat bleek hier ook het geval. Zelfs zonder de luxe te hebben om elkaar te kennen. Patiënten zo onverwacht en snel verliezen schept een band. De kracht van het samen doen en op elkaar aangewezen te zijn vraagt om verder onderzoek.

Patiënten die in de meest kwetsbare tijd van hun leven gescheiden zijn van dierbaren, natuurlijk steun je hen zo goed mogelijk. Ondanks de barricade van het ingepakt zijn niet de menselijke maat uit het oog verliezen en juist de steunende arm kunnen zijn. We hadden het nog nooit gedaan, maar we weten dat we het samen kunnen.

Nu het aantal besmettingen afneemt en de regels verder versoepelen, zijn er mensen met angsten. Angst om het werk weer op te pakken en besmet te kunnen raken. Veilig je werk kunnen doen zonder onnodige gevaren blijft de komende maanden bovengemiddeld aandacht vragen. Graag deel ik mijn ervaringen en opgedane kennis.

Gepubliceerd in Arbo Online 1 juni 2020